Bohr Effect
Zuurstoftransport in het bloed
![]() |
De dissociatiecurve van oxyhemoglobine heeft een merkwaardige vorm, die op twee manieren zorgt voor een maximale effectiviteit:
- In het gebied waar de partiële zuurstofdruk relatief hoog is (in de longen), is hemoglobine verzadigd; ook als de partiële zuurstofdruk wat daalt, blijft die verzadiging bestaan.
- Bij een lage pO2 (20 – 40 mmHg ofwel 2,7 – 5,2 kPa) zoals die in de weefsels heerst, loopt de curve zeer stijl; dat heeft tot gevolg dat een kleine daling van de zuurstofdruk hier zorgt voor een snelle afgifte van zuurstof. Bij weefsels in rust is de pO2 ongeveer 40 mmHg, weefsel in actie verbruiken meer O2, dan wordt de pO2 lager: 20 mmHg.
Bovendien wordt de vorm van de curve bepaald door de CO2-concentratie: bij een hogere CO2-concentratie (dus bij een lagere pH) wordt meer zuurstof afgestaan. Dit zogeheten Bohr-effect is ontdekt door Niels Bohr. Bekijk ook de animatie op Bioplek (klik hier voor de ipad).
Het hemoglobine van een ongeboren kind heeft een curve die iets naar links verschoven is ten opzichte van die van een volwassene, waardoor de overdracht van zuurstof van moeder naar foetus in de placenta wordt bevorderd.
![]() |
![]() |